Deze vogels zijn nieuw in onze stad (of zijn juist verdwenen...)

Rotterdam - Hallo kleine bonte specht! Hoi Zuid-Franse zangvogeltjes! Alvast welkom raaf! Jammer dat jullie weg zijn, zomertortel en lachstern. Oh, en aalscholvers op Zuid, wacht alsjeblieft nog even met verhuiskaarten versturen.

Door Emile van de Velde

In een grote stad als Rotterdam is altijd al een komen en gaan van nieuwe inwoners en mensen die vertrekken. Dat geldt ook voor vogels. Samen met zijn collega-vogelaars van Bureau Stadsnatuur heeft André de Baerdemaeker, ecoloog en voorzitter van Vogelklas Karel Schot, een overzicht gemaakt van de verschuivingen in de Rotterdamse vogelpopulatie.

Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor vogels hun intrek in Rotterdam nemen, vertelt De Baerdemaeker. Zo wordt er tegenwoordig anders aangekeken tegen natuurbeheer in de Rotterdamse parken. “Oude, omgevallen bomen laten we langer liggen zolang ze geen gevaar vormen. Daar is de kleine bonte specht dolblij mee. Die heeft zich bijvoorbeeld in het Kralingse Bos gevestigd. De grote bonte specht zien we trouwens ook een stuk vaker.”

Lees verder onder de foto.

De klein bonte specht is in het Kralingse Bos komen wonen. Foto: Garry Bakker

Eerder al hebben halsbandparkieten zich gevestigd in de stad. “Daarbij gaat het om ontsnapte huisvogels die zich prettig blijken te voelen in de stad. In het Museumpark zitten er veel, broeden doen ze in Het Park bij de Euromast.”

Andere nieuwe vogels zijn uit Zuid-Frankrijk naar Rotterdam gekomen. “Door mildere winters zien en horen we nu veel zangvogels die naar noordelijker gebieden zijn verhuisd. De cetti’s zanger bijvoorbeeld. En de grauwe klauwier.”

En dan volgend jaar. Wie kunnen we in de toekomst verwachten? De Baerdemaeker: “Ik hoop op de raaf! Dat zou fantastisch zijn, met z’n leuke geluidjes en roepjes. Verder verwacht mijn collega Kees Moeliker dat de grote zilverreiger een echte Rotterdammer wordt. De spotvogel verdwijnt volgens hem juist uit de stad.”

Grote zorgen zijn er verder over de 80 tot 100 aalscholvers die bij de Zuiderbegraafplaats leven. “De begraafplaats heeft toestemming gekregen om uit te breiden en dat zou weleens een probleem kunnen worden voor de enige Rotterdamse kolonie aalscholvers. We verwachten overigens wel dat ze zichzelf kunnen redden hoor, ze kunnen altijd nog aansluiten bij de kolonie rond de Rottemeren.”

Afgelopen jaar had vooral de merel het zwaar. “We hebben veel zieke merels binnengekregen bij de vogelklas. De merel had z’n eigen pandemie, het usutu-virus. Dat heeft er flink ingehakt. Uiteindelijk blijven de sterke merels over, bereiken ze een soort groepsimmuniteit.”

De Rotterdamse vogeldeskundigen werken met een lijst van zo’n 135 Rotterdamse broedvogels die sinds 1945 wordt bijgehouden. De Baerdemaeker: “Toevallige voorbijgangers worden niet meegeteld. Trekvogels ook niet. We hebben weleens een verdwaalde sneeuwuil op bezoek gehad. En er is eens een Amerikaanse nachtzwaluw gevonden in een oude schoenendoos, maar die behoort nu tot de collectie van het Natuurhistorisch Museum en staat niet op de lijst.”