Directeuren Kunsthal en Willem de Kooning Academie wisselden een maand van baan

Rotterdam - “Een heel geslaagd experiment”, roepen directeur Emily Ansenk van de Kunsthal Rotterdam en directeur Jeroen Chabot van de Willem de Kooning Academie in koor. De twee wisselden gedurende de maand oktober van functie.

Door Jaap Deijbel

Ansenk verwacht dat hun voorbeeld navolging krijgt. Ze zegt: “Het werd met argusogen gevolgd en cultuurminister Van Engelshoven wil dat we ons verhaal komen vertellen. Chabot: “We kregen ook veel reacties van buitenlandse partners. De teneur van hun reacties liep uiteen van “heel goed en interessant”, tot “dit zou bij ons nooit kunnen”. Maar onze besturen vonden het meteen een goed idee!”

Bijzonder voor een initiatief, dat volgens beiden min of meer spontaan ontstond, zonder dat daar in eerste instantie een diepere bedoeling of noodzaak achter zat. Bovendien geven ze toe dat ze voor die periode niet extreem veel contact met elkaar hadden. Ansenk: “Maar als je op elkaars stoel zit, leer je de ander heel goed kennen. Alleen financiën bleven we zelf doen, de rest werd van elkaar overgenomen. Dus ik zat direct de mail van Jeroen te beantwoorden en nam zijn agenda over”.

Chabot: “Het was heel leuk, want we zijn al enige tijd directeur van ons eigen instituut. Medewerkers kennen ondertussen je werkwijze en weten op welke manier je oplossing zoekt. Een andere visie kan verfrissend en leerzaam werken. Dat geldt voor hen, maar ook voor ons.”

Ansenk: “Als je elkaars perspectief kent, weet je ook hoe je de samenwerking kunt versterken. Bovendien is er momenteel sprake van een positieve vibe in de stad. Allerlei Rotterdamse instellingen zie je, soms onzichtbaar, met elkaar samenwerken. Met als doel zoveel mogelijk Rotterdammers en internationale bezoekers bedienen. Maar ook beginnende kunstenaars beter te faciliteren.”

Chabot: “Kijk je hebt de grotere instellingen, die je als stad moet hebben, omdat je anders niet meedoet. De Kunsthal neemt daar door haar laagdrempeligheid, een bijzondere plaats in. Maar Rotterdam heeft ook veel meer dan andere steden een humuslaag van jonge kunstenaars, ontwerpers en muzikanten, die op de langere termijn de identiteit van Rotterdam zullen bepalen. En de academie is weliswaar opener naar buiten dan vroeger, maar niet zo open en ervaren als de Kunsthal”, Chabot vertelt verder dat van de 2200 studenten zo’n 300 ervoor kiezen om beeldend kunstenaar te worden.

Hij vult aan: “De rest wordt elders actief in de cultuurwereld, van docent, ontwerper tot producent. Maar liefst 83 procent van de studenten is binnen drie maanden werkzaam in een beroep waarvoor hij of zij is opgeleid”.

Ansenk geeft daarnaast aan dat ze na een maand een heel andere indruk van elkaars instituut hebben gekregen. “Positief? Ja natuurlijk! En dat levert straks veel op. Op wat voor manier? Dat zal zich de komende maanden uitkristalliseren. We hebben in ieder geval een goede basis gelegd.”

Komende vrijdag 2 november zullen beiden vanaf 15.30 uur, tijdens een openbare bijeenkomst in de Willem de Kooning Academie, Wijnhaven 61, hun ervaringen delen met medewerkers en belangstellenden. Je kunt je aanmelden via www.kunsthal.nl/directeurswissel.nl.