Nick is nu een opgewekte, hippe negentiger met flink wat kinderen en kleinkinderen, die soms spontaan begint te zingen tijdens een Facetime-gesprek.
Nick is nu een opgewekte, hippe negentiger met flink wat kinderen en kleinkinderen, die soms spontaan begint te zingen tijdens een Facetime-gesprek.

Het bombardement, de hongerwinter en het geluk in Amerika: het bewogen leven van Nick Goutziers

Algemeen 796 keer gelezen

Rotterdam - Nick Goutziers heeft een bewogen leven achter de rug. Als tiener in de oorlog zag hij hoe zijn huis werd platgebombardeerd. Hij verliet huis en haard en lag ondervoed in een greppel om vervolgens via een wervelstorm aan gebeurtenissen in Amerika te belanden, waar hij nog steeds woonachtig is.

Door Peter van Drunen

Voor zijn 93 jaar is Nick nog behoorlijk actief op social media. Ook is hij zijn roots nog niet vergeten. In maart post hij namelijk zijn ‘typisch Nederlands ontbijtje’ met een boterhammetje hagelslag en een stroopwafel. Een maand later post hij een bericht over de reis met zijn dochter, een dame van bijna zeventig, naar veteranendag in Washington. 

Nick (93) heeft het Rotterdam van de jaren dertig nog helder op het netvlies. Hij woonde aan de Lusthofstraat in Kralingen. Met een groepje kinderen keken ze op de Oudedijk naar nummerplaten van voorbijrijdende auto’s om te zien waar ze vandaan kwamen. “We hadden een mesje bij ons om teer uit het asfalt te schrapen, waar we vervolgens op kauwden. Ik denk dat ik daarom van die witte tanden heb”, grapt Nick met Amerikaans accent.

Nick memoreert aan moorkoppen en tompoezen bij Wolff bakkerij en aan zijn kortstondige voetbalcarrière bij Excelsior als tienjarig jochie. “Iedereen had het over die dikke vent aan de Vlietlaan die kinderen rekruteerde voor de club. Als je wilde spelen, moest je naar hem. Of ik goed was? Ach nee joh, een eenvoudige middenvelder.”

De Tweede Wereldoorlog maakte abrupt een einde aan Nicks opgewekte jeugd. Met een vriendje zag hij in mei 1940 aan de Maas de Duitse parachutisten landen. “We renden naar huis, omdat we niet wisten wat er ging gebeuren. De eerste jaren vielen mee, want toen was er nog genoeg te eten.”

Lees verder onder de foto.


Nick in 1939 in het huis aan de Lusthofstraat dat later gebombardeerd zou worden.

Toen Nicks huis in Noord was weggevaagd, verhuisde het gezin naar de Rosestraat op Zuid, net over de Willemsbrug. Daar lag een spoor met een treintje richting Ouddorp. Vanaf dat spoor gingen ze in 1943, toen er nauwelijks nog te eten was, met treinen vol suikerbieten naar Duitsland. “Dan pakten we bezemstelen met spijkers en prikten in de suikerbieten op die voorbijrijdende treinen. Thuis kookte mijn moeder ze totdat er alleen nog siroop over was. Het was in elk geval iets om te eten.” Ook herinnert Nick zich de koffiesurrogaat van zijn moeder, gemaakt van erwten. “Dat smaakte verschrikkelijk.”

In datzelfde jaar werd de vader van Nick met zo’n zestig mensen in een veewagen naar Polen afgevoerd. “Geen wc, niets te eten. Ze kregen alleen wat waterige soep bij elke stop. Hij vertelde me dat hij die rit nooit is vergeten.” Uiteindelijk werd Nicks vader in Dantzig te werk gesteld als landmeter bij de bouw van een vliegveld.

“Toen mijn pa werd opgepikt door de Duitsers ging ik met mijn moeder bij mijn opa en oma wonen, tegenover het Oostelijk Zwembad. Daar heb ik leren zwemmen. ” Later verhuisde de familie naar Crooswijk. “Ik zat op de ambachtsschool in de Tamboerstraat. Ik weet nog dat ik uit school kwam en dat er een vliegtuig op de hoek van de Crooswijkseweg en de Boezemlaan was neergestort.” Het was een Britse bommenwerper, een Stirling, die was neergehaald door een Duitse nachtjager. “Alle soldaten zijn eruit gesprongen en vielen te pletter vlakbij mijn school.” De bommenwerper heeft nog wel een schoorsteen van een woning gerukt, maar huizen bleven verder ongekrenkt. Burgemeester Aboutaleb onthulde in 2018 een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van deze crash.

Omdat er helemaal niets te eten was, besloot Nick in 1944 zijn ouderlijk huis te verlaten. Hij gaf zijn voedselkaart aan zijn moeder en vertrok op veertienjarige leeftijd zonder cent op zak van boerderij naar boerderij, op zoek naar werk. “Bij de één kreeg ik melk, bij de ander brood.” ’s Nachts sliep hij in hooibergen. “Het was een barre winter met veel sneeuw en ijs. Zo erg dat mensen hun meubels verbrandden om het warm te krijgen.”

Op een dag werd Nick wakker in het ziekenhuis. “De verpleegster vertelde me dat ik ondervoed in een greppel lag en dat een Duitser me naar het ziekenhuis had gebracht. Uitgerekend een Duitser dus die mijn leven heeft gered.”

Nick bleef twee weken in het ziekenhuis, maar moest ook daar weg omdat er niets te eten was. In deze wrede toestand vervolgde Nick zijn tocht langs boerderijen. “Ik ontmoette mensen op weg naar Rotterdam die vroegen of ze een boodschap aan mijn moeder konden overbrengen. Ik zei dat ze haar moesten vertellen dat ik veilig was en dat ik hoopte dat zij veilig zouden zijn.”

Na veel omzwervingen kwam Nick terecht bij Thijs, een vrijgezelle boer uit Oud-Leusden, waar hij het laatste jaar van de oorlog in relatieve weelde doorbracht.

Na de oorlog keerde Nick even terug naar Rotterdam, maar daar was nauwelijks werk en alles lag plat. Vanuit Rotterdam mocht hij als scheepsjongen mee naar Engeland. Via allerlei omwegen vertrok hij uiteindelijk naar Baltimore, Maryland.

Lees verder onder de foto.


In één van zijn meest recente Facebook-posts schrijft Nick een tekst bij een foto van hem en zijn vrouw Mary die zeven jaar geleden overleed: “Ik mis je elke dag en ik zal je binnenkort weer zien.”

“In Baltimore kocht ik een tafelkleed voor mijn moeder en wat shirts voor mijn vader. Toen was mijn geld al bijna op. Een kerel zei toen tegen me: ‘Oh, jij bent een Hollander. Dan moet je moet naar Holland, Michigan, waar alle Hollandse mensen leven.’ ‘Maar hoe kom ik daar dan?’, vroeg ik. Hij zei ‘je moet liften’. Ach, dacht ik, ik heb niks te verliezen. Als ze me oppakken, kunnen me hooguit terugsturen.”

“Ik kwam werkelijk overal goede mensen tegen. Het eerste dat ik daar in Holland zag, was The Netherlands Hotel. ‘Als je Nederlands wil praten’, zeiden ze, ‘moet je naar de juwelierszaak om de hoek.’ Die vrouw was zo vriendelijk. Ze vroeg ik een baan wilde. ‘Ja hoor’ zei ik. Daarop belde zij met de eigenaar van een tulpenboerderij. Ik werd diezelfde dag nog opgehaald.”

De reis van Nick heeft hem veel levenswijsheid gebracht. “De voornaamste les is om mensen te vertrouwen. Anders was ik hier nooit gekomen.” Zijn devies voor een lang gelukkig leven? “Neem niet alles serieus. Lach. Als je lacht, krijg je een lach terug. Als je fronst, krijg je een frons terug. Zie altijd het beste in mensen.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant