Remco Lange stond erop dat de foto gemaakt werd bij Gieterij 't Swaentje aan het Zwaanshals in het Oude Noorden, dat is de plek waar hij tegenwoordig het liefste is. Foto: Naomi Geeve
Remco Lange stond erop dat de foto gemaakt werd bij Gieterij 't Swaentje aan het Zwaanshals in het Oude Noorden, dat is de plek waar hij tegenwoordig het liefste is. Foto: Naomi Geeve
Rotterdammer van de Week

‘We weten in Rotterdam vaak van ouwe pleuriszooi iets moois te maken’

Algemeen 4.043 keer gelezen

Rotterdam - Voor Remco Lange is Pasen gewoon een mooie tijd om wat langer in bed te liggen. Behalve vijf jaar geleden. Toen werd onze Rotterdammer van de Week (die binnenkort 50 wordt) ‘s ochtends opgeschrikt door 40.000 likes en een bomvolle telefoon. Omdat hij van Depot Boijmans Van Beuningen een paasei had gemaakt...

Door Emile van de Velde

Lees verder onder de foto.

Vertel nog eens over dat ei.

“Het Depot was nog in aanbouw, half af. En ik zag er opeens een eierdop in, zo noem ik het gebouw nog steeds. Ik ben grafisch vormgever en verplicht mezelf om elke week een paar uur vrij werk te doen. Zo kwam ik erop. Ik heb ‘m ‘s avonds op social media gezet, de volgende ochtend had-ie 40.000 likes en werd ik door allerlei media gebeld. Vorig jaar heb ik er nog eentje gemaakt, toen van chocolade met chocolade eitjes erin. Ik heb nog zitten nadenken of ik nu iets zou doen, maar heb geen tijd dit jaar. Ik denk dat ik ook iets anders moet bedenken, zo goed als die eerste keer wordt het nooit meer. Daar gaan we niet meer overheen.”

Maar je hebt weinig met Pasen?

“Nee. Feestdagen zie ik gewoon als dagen om lekker rust te hebben. Ik verstop ook geen eieren voor Lieke (13) en Milan (11). Een lekker ontbijt, met een eitje natuurlijk, en een reden om langer in bed te blijven, dat is voor mij Pasen.”

Lees verder onder de foto.

Hoe Rotterdams ben je?

“Honderd procent, nee, duizend procent! Ik ben geboren in het Havenziekenhuis. Daar heb ik ook de meeste jeugdherinneringen, ik ben oorpatiënt en heb mijn hele jeugd lang bezoekjes aan dat ziekenhuis gebracht. Mijn ouders woonden in Capelle omdat er hier niets in een vinexwijk beschikbaar was. Daar vond ik het vooral sáái. Vanaf het moment dat ik op mijn twaalfde naar het Grafisch Lyceum ging, heb ik zoveel mogelijk tijd in Rotterdam doorgebracht. Je kunt het ook horen, ik verbloem mijn accent niet, dat vinden mensen die ik voor mijn werk aan de telefoon krijg vaak wel fijn.”

Je hebt een eigen bedrijf, Carnero.

“Ik heb eerst een tijd gewerkt voor Van den Assem Schoenen en nog wat andere werkgevers, maar in 2006 heb ik Carnero opgericht en ben ik voor mezelf begonnen. Ik wilde creatieve vrijheid hebben. We doen van alles. Ik heb het icoontje van Ome Cor gemaakt, een boek over Rotterdamse fotografen en schrijvers, we bedenken steeds iets nieuws.”

Je hebt nog een leuk nieuwtje toch?

“Na de zomer komt er een kookboek uit met typisch Rotterdamse gerechten. Van kroten en kaantjes tot roti, couscous en kapsalon. Studenten van het Grafisch Lyceum mogen het ontwerpen en de opbrengst gaat naar Humanitas. Er komt ook een rondreizende tentoonstelling in de tehuizen van Humanitas.”

Je doet veel voor goede doelen.

“Dat is me met de paplepel ingegoten door mijn vader. We hadden vroeger een Foster Parents-kindje, maar dat vond hij niet genoeg. Hij heeft zich altijd ingezet voor de leefomstandigheden van kinderen op Java. Ik weet dus niet beter dan dat je iets voor een ander moet doen in het leven. Dat leer ik nu ook aan Lieke en Milan. Als ik me inzet voor zieke kinderen, maakt Lieke zelf ansichtkaarten om aan de deur te verkopen voor het goede doel.”

Wat vind je het mooiste aan Rotterdam?

“De eerlijkheid van de mensen, aan een Rotterdammer weet je precies wat je hebt. Ja is ja, geen smoesjes. Ik loop graag door de stad. Altijd al gedaan. Tegenwoordig ben ik vooral fan van Noord, ga ik naar Gieterij ‘t Swaentje. Maar de Kop van Zuid vind ik ook echt prachtig, ik kom graag bij de New York Barbershop. Little C is ook erg mooi geworden. Ik vind het fantastisch dat we in Rotterdam vaak iets moois weten te maken van ouwe pleuriszooi. Dat het fotomuseum naar Santos gaat, dat is toch te gek? Ik vind het wel vreselijk als er dingen gesloopt worden. De verdwijning van Nighttown, dat het Schielandshuis leeg staat nu het VVV dicht is, dat de Rottertram weg is. De vervlakking van Rotterdam noem ik dat, dat we niet zuiniger zijn op zaken waarmee we juist met kop en schouders boven de rest uitsteken.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant