Markt van de toekomst

Rotterdam - De Rotterdamse Oogstmarkt is uitgegroeid tot dé weekendactiviteit van Rotterdammers. Iedere zaterdag koop je op het Noordplein eerlijk en lokaal eten van makers uit de stad en boeren uit de omgeving. Oprichter Gerda Zijlstra is deze week onze Rotterdammer van de Week: “Ik geloof dat dit de markt van de toekomst is.”

door Anne Klapmuts

De lente is net begonnen. Wat kunnen we nu weer kopen dat er in de winter niet was?

“Eigenlijk begint ons seizoen pas in de loop van de lente, want in de winter is het te koud om producten te verbouwen. In april en mei komen wekelijks nieuwe producten op de markt: spinazie, tomaten, rabarber, aardbeien, bloemen. Op de Oogstmarkt zie je de seizoenen echt terug. Sommige partijen staan hier alleen tussen april en september, want dan hebben ze producten te verkopen.”

Hoe en wanneer ben je met de markt begonnen?

“Een vriendin van mij had een restaurant in Delfshaven waar ze producten van lokale boeren en makers verkocht. Ik werkte in de culturele sector en hield enorm van feestjes organiseren. We dachten: ‘waarom is er eigenlijk geen boerenmarkt in Rotterdam?’ In 2009 mocht alleen de gemeente markten organiseren, dus maakten we er een evenement van met muziek en kunstenaars op het Heemraadsplein. Dit ontwikkelde zich steeds verder; van drie, naar elf, naar 22 keer per jaar.

In 2016 konden we door nieuwe regelgeving niet verder als festival. Na veel gepraat met de gemeente kregen we een echte marktvergunning. Dat is nu een enorm geluk, want daardoor konden wij het afgelopen jaar gewoon doorgaan. Nergens in Nederland mogen zogeheten evenementenmarkten open vanwege de coronacrisis. We hebben dus een unieke positie.”

Wat is het idee achter Rotterdamse Oogst?

“Wat ons vooral fascineerde was, dat je niet meer weet waar het eten op je bord vandaan komt. In een stad als Rotterdam is zoveel eten nodig, maar we halen het niet van het platteland uit de omgeving. Andersom geldt hetzelfde: de boer had ook geen connectie meer met de mensen die zijn product opeten. Op onze markt ontstaat die wisselwerking en het contact tussen de klant en de maker. Een voorbeeld is de groenteboer Gert van Herk. Eerst verkocht hij alleen andijvie. Door op de markt met de klant in gesprek te raken, zag hij dat er meer variatie nodig was. Nu heeft hij een uitgebreid aanbod, zodat hij het hele jaar door producten kan verkopen.”

Hoe heb je het publiek zien veranderen in al die jaren?

“In twaalf jaar heb ik van alles gezien! Het begon met voorlopers, jonge gezinnen en lekkerbekken, nieuwsgierig naar nieuwe dingen. Toen we later in Noord startten, kwamen veel ouderen om bijvoorbeeld twee pond spruiten te kopen. Voor hen was een boerenmarkt op het Noordplein pure nostalgie. Vroeger was dit namelijk de groothandels-groentemarkt, de producten kwamen aan op de Rotte en werden op het plein verhandeld.

Sinds corona zie ik veel meer jongeren; ze komen voor een kop koffie en wat lekkere dingen voor het weekend. Ook doen nu veel meer mensen hun weekboodschappen bij ons. Dat is precies wat we willen!”

Kun je op de Rotterdamse Oogst alles kopen om een week van te eten en drinken?

“Zeker en het mooie is dat corona ons de kans heeft geboden om te groeien. We kunnen kritisch zijn op wie we een plek geven. Daardoor hebben we nu wekelijks een gevarieerd aanbod. We hoeven geen krokettendraaiers uit Amsterdam! Bij ons vind je geen professionele markthandelaren, maar boeren, koffiebranders, bakkers, chefs, worstendraaiers, die de hele week de heerlijkste dingen maken, en deze één dag in de week zelf verkopen. Verder zijn onze verkopers vriendelijk, voor mens, natuur én dier. Bij elkaar zijn we één grote familie en we ontvangen iedere week Rotterdam op het Noordplein.”

Heb je ideeën voor de toekomst van de markt? 

“Ik denk dat er de komende periode veel nieuwe initiatieven ontstaan, dat zie je na iedere crisis. Ik heb nog zoveel ideeën. Bijvoorbeeld dat klanten online kunnen bestellen en alleen op hoeven te halen. Ook wil ik mensen die minder te besteden hebben de kans geven eerlijk en lokaal eten in huis te halen. En we kunnen niet wachten tot we weer een groot diner kunnen organiseren, of een zuurkoolworkshop voor 500 Rotterdammers.”