Foto: Bianca Boer
Foto: Bianca Boer
Eenzame Uitvaart

Meneer Cazier stierf eenzaam op 70-jarige leeftijd, we weten zelfs niet we zijn naam moeten uitspreken

Algemeen 2.902 keer gelezen

Rotterdam - Stichting de Eenzame Uitvaart Rotterdam (dEUR) verzorgt samen met de gemeente Rotterdam waardige uitvaarten voor Rotterdammers die begraven worden zonder nabestaanden. Voor elke uitvaart schrijft een dichter een speciaal gedicht dat hij of zij voordraagt. Na afloop volgt een verslag.  De Havenloods plaatst dit eerbetoon. Omdat we geen enkele Rotterdammer eenzaam het graf in willen laten gaan.

Donderdag 23 maart 2023, 8.30 uur (feitelijk 8.15 uur)
Begraafplaats St. Laurentius, Rotterdam
Dichter van dienst: Anouk Smies 
Auteur verslag: Daniel Dee

Nog niet eerder hebben we al zo vroeg een eenzame uitvaart. Het is de bedoeling dat we om half negen afscheid nemen van Jean Adrianus Cazier (*03-07-1952, Voorburg – † 12-03-2023, Rotterdam). Iets na achten verzamelen we voorbij de poort van begraafplaats Laurentius. Ditmaal bestaan de aanwezigen uit een medewerker van Laurentius, een medewerker van Dela Goetzee, iemand van de gemeente, Bianca Boer en ik. Dichter van dienst is Anouk Smies. Zij is nieuw in onze poule van eenzame uitvaart-dichters. De lucht is donker van dreigende regenwolken.

Vier dragers tillen de kist uit de rouwauto en leggen hem op de rijdende draagbaar. De medewerker van Dela Goetzee deelt paraplu’s aan ons uit, want er is een fikse regenbui voorspeld. En voor we er erg in hebben, beginnen de dragers meteen naar het graf te lopen en klinkt er klokkengelui. Het is dan kwart over acht. 

Anouk Smies is nog niet eerder op deze begraafplaats geweest. Ze verbaast zich over, zoals zij het noemt, de dorpse uitstraling van de plek. 

Over dhr. Cazier is nagenoeg niets bekend. We weten zelfs niet hoe we zijn achternaam uit moeten spreken; is het op z’n Frans of gewoon met een Rotterdamse tongval? Hij had als enige kennis een buurvrouw. Zij kon het niet aan bij de begrafenis aanwezig te zijn vanwege een zieke partner. Jean Adrianus Cazier is zeventig jaar geworden. 

Bij het graf worden we begroet door een luid snaterende eend. Nadat de Dela-medewerker heeft verteld voor wie we gekomen zijn, draagt Anouk haar gedicht voor en legt het op de kist. De dragers laten vervolgens de kist in het graf zakken en naar goed gebruik heeft daarna iedereen nog de mogelijkheid om zelf afscheid te nemen van dhr. Cazier. 

Om vijf voor half negen zijn we al klaar. Op dat moment breekt ook de zon door. Niets zo onvoorspelbaar als het weer in maart. De paraplu’s hebben we niet hoeven gebruiken. 

Terwijl we terug naar de poort lopen, komt de dichter Rien Vroegindeweij ons tegemoet lopen. Hij is verbaasd dat we al terug komen, de begrafenis stond tenslotte voor half negen gepland. Dit keer zijn we iets te voortvarend te werk gegaan. Het overrompelt ons zelf ook een beetje. 

Eenmaal buiten de poort zien we dat de magnolia voorzichtig in bloei komt en bemerk ik dat de voorband van mijn fiets lek is. Dat wordt een lange wandeling naar huis.


OM VAN JEAN ADRIANUS CAZIER TE HOUDEN HOEF IK NIKS TE WETEN

Omdat ik niks van je weet
kun je alles zijn
Een vogel
Een treinreis
Permafrost
De kleur rood
De kleur blauw
Iemand die
kleuren inwisselt voor muntjes

Omdat ik niks van je weet
bezit ik alle vormen
Een hurkende dichter
Revolutie van spijt
De retorische vraag
Windhoos
De roast van het Nee
Een mijnwerker met zanderige mondhoeken
en een schroeiende troostzon
onder haar nagelriem


© gedicht Anouk Smies © verslag Daniel Dee

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant