
Luis Tavares verwacht veel supporters tijdens Glory 80, maar of zijn Russische tegenstander komt is onduidelijk
Algemeen 745 keer gelezenRotterdam – Het is onzeker of Luis Tavares zaterdag 19 maart in de ring staat tijdens Glory 80 in Hasselt. Eén ding staat vast, zegt de Rotterdamse kickbokser: “Als het doorgaat, verwacht ik veel supporters uit Nederland. De Belgen houden van vechtsport en kennen mij. Publiek is belangrijk weet ik sinds begin vorig jaar, toen ik vanwege de lockdown in een lege zaal tegen Albena vocht. De eerste ronde voelde als een training. Het was alsof ik sliep en het gevecht voor de nep was. Ik had ook al bijna een jaar niet gebokst. Daarna herpakte ik me gelukkig.”
Door Emile Hilgers
Na twee winstpartijen in 2021 is Tavares klaar voor de partij tegen wereldkampioen Artem Vakhitov. Maar door de oorlog in Oekraïne is het de vraag of de Rus in België kan boksen. Eén keer eerder vocht Tavares tegen hem, negen jaar geleden, en verloor. “Mijn enige nederlaag door knock-out in ruim zeventig profpartijen”, memoreert hij. “Ik hoop nu eindelijk de kans te krijgen op revanche, én op de wereldtitel. Volgens kenners en de bookmakers zijn de kansen fifty-fifty, maar ik verwacht dat ik de winst naar mij toe kan trekken. Vakhitov blijft een topvechter, in 2016 was hij voor het eerst wereldkampioen. En hij is nog niet op z’n retour, maar de laatste vier partijen heeft hij kiele-kiele gewonnen. Dat onaantastbare is kwijt. Zelf zit ik nog steeds in een stijgende lijn. Maar het zal niet makkelijk zijn, het is zeker een uitdaging.”
Wat daarbij zeker zal helpen, is de aanwezigheid van honderd jongeren uit zijn stad die van team Tavares een geheel verzorgde reis krijgen aangeboden naar het boksgala in België. “Ik doe dat omdat ik iets terug wil geven voor wat ik zelf met hulp van anderen bereikt heb. Als ambassadeur van Stichting Everyday People wil ik een rolmodel zijn. Onze organisatie helpt jongeren uit achterstandswijken en daklozen, met onder meer clinics en maaltijden. Ik weet hoe het is als je minder mogelijkheden hebt om te bereiken waar je naar toe wilt. Het geeft voldoening als ik jongeren kan motiveren om niet op te geven.”
“Als ze mij zien winnen en kampioen worden, zien ze dat het kán: je doelen halen. Niet alleen met kickboksen, met álles wat je zelf graag wil. Bij mijn vorige wedstrijd, toen er vijftig jongeren waren mee gereisd, sprak ik met een aantal van hen. Ze waren niet alleen trots op mij maar ook dankbaar, dat ik niet vergeten ben waar ik vandaan kom.”
Terwijl de jongeren met ontzag naar de sympathieke halfzwaargewicht kijken, is zijn vrouw gespannen voor en tijdens het komende titelgevecht. “Ze heeft er vertrouwen in dat ik zal winnen. Maar tegelijkertijd zegt ze: laat het maar voorbij zijn. Dat snap ik. Het blijft kickboksen, je gaat geweld aan en er staat veel op het spel. Mensen om mij heen voelen die spanning, hebben ook de zenuwen voor een partij. Voor mij is het anders: ik heb het zelf in de hand. Zij moeten toekijken en hopen op een goede afloop.”
Zijn vrouw zit meestal in de zaal, maar zijn moeder heeft nog nooit een wedstrijd van dichtbij gezien, zegt Tavares desgevraagd. “Dat kan ze niet, ze kijkt later wel de beelden terug. Kan je nagaan: ik begon met kickboksen toen ik elf jaar was, bij Jan Pasztjerik in Schiedam. Nu ben ik dertig, heb zeventig amateur- en zeventig profpartijen achter de rug. Mijn moeder was er nooit bij. Mijn vader in het begin wél. Maar na de World Fighting League in 2015 zei hij: zoon, ik ga voortaan thuis kijken. Nu mijn zoontje van vier begint te beseffen wie ik ben en wat ik doe, begrijp ik het nog beter. Soms denk ik: laat hem alsjeblieft niet gaan kickboksen.”