Monument als eerbetoon voor gecrashte Engelse oorlogshelden

Rotterdam - Ruim 81 jaar na dato krijgen twee Engelse oorlogshelden het eerbetoon waar zij recht op hebben; een monument ter nagedachtenis aan de crash met hun Bristol Blenheim L 1515 in de toenmalige polder bij Zuid. Een blijvend herdenkingsmonument valt hen ten deel.

Door Joop van der Hor

Het is diep in de middag van 10 mei 1940 als vanuit Rotterdam een Engelse bommenwerper over Poortugaal vliegt. De bemanning heeft deelgenomen aan de strijd om het Rotterdamse vliegveld Waalhaven en vliegt terug naar Londen. Ze worden achtervolgd door een Duitse jager. De logge Bristol Blenheim van het 600e Squadron is een makkelijke prooi voor het snelle wendbare Duitse toestel. Het Engelse toestel wordt geraakt en stort neer net voor de Oude Maas in de polder naast de Groene Kruisweg, ter hoogte waar nu de voetbalvelden van Meeuwenplaat liggen. Maar ook het Duitse toestel is geraakt en stort neer in het diepe water van de Oude Maas.

Enkele burgers, begeleid door Nederlandse soldaten uit Spijkenisse halen op 11 mei de stoffelijke overschotten op en vervoeren deze met een boerenkar over de brug. De ontzielde lichamen van beide Engelse vliegeniers krijgen een provisorisch graf op de begraafplaats aan de Vredehofstraat. Pas in 1981 worden de twee geïdentificeerd: piloot Michael Anderson (23) en boordschutter Herbert Hawkins (27). 

Een groep Hoogvlieters en het Historisch Genootschap Hoogvliet hebben twee jaar lang onderzoek gedaan naar de ware toedracht en hebben zich tevens sterk gemaakt om de slachtoffers van de crash waardig te herdenken met een monument. Op maandag 11 oktober wordt het reeds geplaatste monument officieel onthuld. Onder meer de laatste nog levende getuige van het drama, de toen 13-jarige Liesbeth Stuijt, is erbij aanwezig.