Willem van den Broek over De Riddert, Faas en zijn stad: ‘Rotterdam doet z’n best om zichzelf kapot te maken’

Rotterdam - Willem van den Broek (41) mag dan ‘drie huiskamers’ hebben, thuis zit ie bijna nooit. De kroegbaas van De Riddert (Mauritsweg) en Faas (Zwaanshals) staat het liefste achter de bar, of hij zit ervoor. Hij pleit ervoor dat Rotterdam zijn bruine kroegen en culturele sector koestert. Willem van den Broek is onze Rotterdammer van de Week.

Door Tara Lewis

Waarom Rotterdam?

“Ik ben geboren in Bleiswijk en op mijn zeventiende kwam ik hier studeren en wonen. Op mijn eerste dag van de lerarenopleiding Aardrijkskunde heb ik gesolliciteerd bij het Nighttowncafé. Ik heb daarna op ontzettend veel plekken in de Rotterdamse horeca gewerkt, waaronder Manneke Pils, dat zat naast Melief Bender. Daar heb ik mijn liefde voor het bruine café opgedaan.”

Hoe is het met die studie gegaan?

“Slecht. Ik moest een jaar stage lopen op een middelbare school en ging daar elke dag met heel veel tegenzin naartoe, terwijl ik ’s avonds met zoveel plezier naar mijn bijbaan in de kroeg ging. Je moet iets doen wat je leuk vindt, waar je passie ligt. Dus ik ben gestopt met mijn studie en heb een plan gemaakt om voor mezelf te beginnen.”

En nu heb je alweer twee cafés!

“In 2009 kwam De Ridder op mijn pad en in Rotterdam mag je een ‘t’ toevoegen als het op een ‘r’ eindigt dus dat werd ‘De Riddert’. Alleen na een jaar of vier kwamen de muren wel een beetje op me af, en het is al best klein daar. Zeven jaar geleden nam een vriend mij expres mee naar Faas, in het Oude Noorden. Hij vermoedde dat het wel iets voor mij zou zijn. De eigenaar bleek ermee op te willen houden, dus dat was snel geregeld.”

Wat maakt het café zo leuk voor jou?

“Ik heb het leukste vak ter wereld. Je mag alles zelf bepalen, kunt zelf de sfeer neerzetten en zoveel organiseren! Gisteren was in Faas nog een pubquiz, er zijn vaak bandjes. Met twee zaken had ik voor corona vier keer in de week livemuziek, dat is bijna even vaak als Rotown. En ik heb eigenlijk drie woonkamers.”

Ben je weleens thuis eigenlijk?

“Nee, mijn vrouw en ik zijn niet zo van het thuiszitten. We zijn trouwens in Faas getrouwd, maar de politie kwam de bruiloft stilleggen. Dan weet je wel dat het een goed feest is. Daarna zijn we doorgegaan in De Riddert, ik heb gecrowdsurft, Leoni stond in haar bruidsjurk op de bar.”

Wat doen jullie als je vrij bent?

“Een keer in de week gaan we uit eten, naar nieuwe dingen of naar Tosca of Bar Berta. Maar we maken ook vaak stedentripjes naar Dordrecht, Schiedam of Vlaardingen, overal hebben we onze favoriete kroegjes. Of we gaan pastis drinken in Den Haag of jazz kijken in Delft.”

Wat kan er beter in Rotterdam?

“Minder eenheidsworst. Ik vind de Witte de With bijvoorbeeld helemaal niks. Dat is net een klein stukje Amsterdam. Nu café de Schouw dichtgaat - zo’n beetje de laatste leuke plek, weet je gewoon dat er iets voor in de plaats komt dat voor veel te veel geld verhuurd wordt. Grote horecazaken groeien alleen maar, terwijl bruine kroegen in het centrum verdwijnen. Daar wordt een stad niet leuker van, weer zo’n Heineken-assortimentje. Rotterdam doet sowieso zijn best om zichzelf kapot te maken. Wim Pijbes die in de Fenix Food Factory zo nodig een museum voor toeristen gaat maken, bouwplannen op de plek van het Keilecafé. De Pleinbios die niet doorgaat, de Parade waar geen plek meer voor is. Stop daarmee! Geef de culturele sector een kans voor de lange termijn.”

Mooiste plek?

“Als je vanaf de Brienenoordbrug de Maasboulevard op komt en de stad ziet tegen de ondergaande zon. Dan hebben we toch de mooiste stad die er is?”