'Ik droomde van een ander leven, een andere werkelijkheid. Ik wilde me begeven in kunstzinnige kringen.' Foto: Privéarchief Nelleke Noordervliet
'Ik droomde van een ander leven, een andere werkelijkheid. Ik wilde me begeven in kunstzinnige kringen.' Foto: Privéarchief Nelleke Noordervliet

De Rotterdamse jeugd van Nelleke Noordervliet in de tijd dat de gordijnen in de stad nog openstonden

Algemeen 1.235 keer gelezen

Rotterdam - Het is heerlijk dwalen in ‘Het wonder van Rotterdam’, het boek dat Nelleke Noordervliet over haar stad schreef. Want het ís haar stad, nog steeds, ook al is ze al jaren weg. Rotterdam zal altijd haar stad blijven, dat voel je meteen als je het boek leest. En dat voelde Noordervliet toen ze er dit voorjaar dwaalde, door haar jeugd.

Door Emile van de Velde

Eind jaren veertig

Nelleke Bol zit op de stoep in de Insulindestraat. Ter hoogte van nummer 69a. Op school hoorde ze niet bij de populaire kinderen. Ze was het ‘dikke meisje’ en niet goed in sport. “Ik mocht nooit meespelen met de andere kinderen. Ik was de jongste en mijn zus was een beetje een haaibaai. Alleen héél soms mocht ik meedoen. Meestal zat ik op de stoep.”

Voorjaar 2021

Nelleke Noordervliet dwaalt door Crooswijk, door Noord. Van haar geboortehuis aan de Nieuwe Boezemstraat 9a loopt ze naar haar jeugd in de Insulindestraat en daarna naar de Coolhaven waar ze woonde boven het autobedrijf waar haar vader werkte. “Ik kom nog regelmatig in Rotterdam hoor, maar meestal op literaire bijeenkomsten, feestjes, in het centrum van de stad. Die wandeling door mijn jeugd had ik nooit meer gemaakt, zo vanaf het huis van mijn grootouders door die wijken rond het centrum. Rotterdam is de enige stad ter wereld waar het centrum jonger is dan de rest. Ik vond veel straten er behoorlijk verwaarloosd uitzien. Dat kan komen omdat alles is opgekocht door investeerders, of omdat er mensen wonen zonder vooruitzichten. Overal waren de gordijnen dicht. Toen ik er woonde keken de mensen bij elkaar naar binnen, hing het spreekwoordelijke touwtje uit de deur, speelden de kinderen op straat. Ik vond het somber. Maar ik moet erbij zeggen dat ik er op een zaterdagochtend was. Op een druilerige dag. Dat kan ook meegespeeld hebben.”

1940 - heden

‘Het wonder van Rotterdam’ heet het nieuwste boek van Nelleke Noordervliet. Ze heeft op verzoek van uitgeverij De Meent Rotterdamse stukken uit haar rijke oeuvre gebundeld. Een novelle, een prachtig gedicht. En een essay over de wandeling door haar kinderjaren. “Het wonder van Rotterdam is het wonder van de stad die als een feniks uit de as is herrezen. Het wonder van de groei van Rotterdam. De bijna overdreven groei. Dat bedoel ik positief. Nadat de Duitsers Rotterdam ‘de kans’ hadden gegeven de stad opnieuw op te bouwen, kon het nooit eens normaal zijn. Alle nieuwe gebouwen moesten bijzonder zijn. Dat heeft een prachtige stad met kosmopolitische allure opgeleverd.”

1950 - 1960

Nelleke is kind en puber in een lege stad, voor de volwassenen blijft in die jaren de oorlog iets van kort geleden. “Ik wist niet beter dan dat de stad plat lag, dat er grote lege vlaktes waren. Voor mijn moeder was het elke keer een steek in het hart als ze bij het Hofplein kwam en zag dat Pschorr er niet meer was, waar ze als meisje zó graag had gedanst. Voor een kind was het weleens vermoeiend als je ouderen voor de zoveelste keer hoorde over die verdwenen stad, die verloren herinneringen. ‘Ja, daag, het zal wel’, dacht ik op een gegeven moment. Ik was bezig met opgroeien in die lege stad, alles lag zó ver uit elkaar. We gingen uit in Tabares en moesten daarna weer een kwartier fietsen om nog ergens anders heen te kunnen.”

Jaren zestig

Op zoek naar méér vertrekt Nelleke naar Leiden, om te gaan studeren. Ze was allang niet meer het ‘dikke meisje’ van vroeger. Op het katholieke lyceum in de Breitnerstraat zat ze naast Margot, een populair meisje. “Ik droomde van een ander leven, een andere werkelijkheid. Ik wilde me begeven in kunstzinnige kringen. Tegen de tijd dat ik in Leiden aankwam had ik me wel gewapend tegen de buitenwereld. Ik moest er wel even de codes leren kennen als Rotterdammer uit een arbeidsmilieu tussen die kakmensen met die hete aardappel in de keel. Maar ik ben er niet gepest of zo. Ik ging er bij het toneel. Daar was ik goed in. En cabaret. Toen ze zagen hoe grappig ik was, werd ik vrij snel geaccepteerd.”

Lees verder onder de foto.

Voorjaar 2021

Wandelend door het moderne Rotterdam herkent Nelleke Noordervliet dingen die ze al jaren eerder was vergeten. “In de Tak van Poortvlietstraat zag ik opeens het huis van Poezemoe. ‘Oh ja!’, schoot me te binnen. Ik had in geen jaren meer aan haar gedacht. Het was een oud vrouwtje, nou ja, van de leeftijd die ik nu ben, die voor alle poezen in de buurt zorgde. En in de Insulindestraat heb ik nog gekeken of het putje er nog was waar ik als klein meisje met m’n hoofd op viel toen ik struikelde. Ik had een flinke hoofdwond en moest gehecht worden. Ik was toen al te zwaar voor mijn moeder om me te tillen, dus de melkboer moest helpen me naar het toenmalig Sophia Kinderziekenhuis te brengen. Dat was zó’n mooi gebouw, met prachtige markiezen, een schitterende tuin. Zonde dat het weg is. Nu staan er lelijke flats.”

Herfst 2021

Nelleke Noordervliet vertelt telefonisch over haar Rotterdamse jeugd. Vanuit Amsterdam. We hebben de geplande reis en de wandeling rond de Insulindestraat afgeblazen vanwege regen, wind en meer herfstig beestenweer. Nelleke wordt zaterdag 6 november 76 jaar. Maar haar leeftijd heeft niets te maken met het terugblikken, bezweert ze. “Nee, ik voel me gewoon altijd een jaar of veertig hoor. En ik heb een hekel aan nostalgie. Vroeger was helemáál niet alles beter. We hadden geen douche, een heel klein keukentje, in Crooswijk moesten we de eerste jaren van mijn leven bij opa en oma wonen omdat er geen huizen waren in het Rotterdam van na het bombardement, aan de Coolhaven hadden we een soort lavet om ons in te wassen. Het was helemaal niet zo’n fijne tijd. Ik wil er zeker niet sentimenteel over doen.”

6 november 1945 - nu

Rotterdammer blijf je voor altijd, ook al heb je op tientallen plekken gewoond. “Dat voel ik tot diep in mijn vezels. Altijd als ik de stad nader, voel ik ‘dit is mijn stad’. Ik kan er niet meer wonen, vanwege mijn man, ik ben getrouwd met een Amsterdammer. Kijk, Rotterdammers kunnen overal wonen, voor Amsterdammers ligt dat anders, die zijn daar wat moeilijker in. Toen ik wegging, stak de Euromast boven alles uit. Nu staat er zelfs een gebouw van 215 meter. Zoals de skyline van Rotterdam eruitziet, aan de Maas, zelfs de reus van Rem, is goed. Het is mooi. Wat ik niet begrijp is hoe al die grote gebouwen op dat slib kunnen staat, op die aangespoelde grond uit de rivier. New York is gebouwd op rots, Rotterdam niet. Mij krijgen ze niet op de hoogste verdieping van zo’n gebouw, straks zakt ie weg! Als dat gebeurt, over een jaar of twintig, als ik 95 ben, zeg ik het nog weleens: ‘Ik heb er nog zo voor gewaarschuwd!’ ha ha.”

Lees verder onder de foto.

Nelleke Noordervliet (Crooswijk, 6 november 1945) is één van de populairste schrijvers van deze tijd. ‘Het wonder van Rotterdam’ is deze maand dan ook meteen een bestseller geworden in de boekwinkels van onze stad.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant