Foto: Caro Linares
Foto: Caro Linares
Pietje Bell Prijs

Mieke van der Linden is de Pietje Bell van nu: ‘Dit is jóúw stad, jóúw Rotterdam’

Algemeen 3.182 keer gelezen

Rotterdam - Mieke van der Linden heeft vrijdag 22 oktober de Pietje Bell Prijs ontvangen. Ze ontving de prijs voor het meer dan 35 jaar bedenken en uitvoeren van originele activiteiten in Rotterdam, bij onder meer Radio Rijnmond, Open Rotterdam, het IFFR, De Doelen, Club Math, de Dogparade, de Wilhelminasteen, de walk & talkshows, de Reuzen van Rotterdam, Marlies Dekkers en het blad Nieuw Rotterdam. 

De Pietje Bell Prijs wordt met de uitreiking aan Mieke van der Linden nieuw leven ingeblazen, eerder wonnen onder meer Henk Hofland, Ari Versluis, Ellie Uyttenbroek en Pieter van Vollenhoven de prijs die vernoemd is naar het beroemdste ondeugende jongetje van Rotterdam.
De prijs werd uitgereikt in Arminius. In de jury zaten Wim Pijbes, Gina Kranendonk en Han van der Horst. Na de prijsuitreiking volgden odes- aan Mieke van onze meer Carrie Jansen, Janneke Staarink, Keimpe de Jong, Pierre van Duijl en John Buijsman en Wytzia Soetenhorst.

Tijdens een vrolijk eerbetoon aan Van der Linden in Arminius brachten vrijdag allerlei Rotterdammers uit het leven van Mieke van der Linden odes aan de Pietje Bell van deze tijd. Van der Linden zelf stal uiteraard de show. Met deze speech:

Pietje Bell, my Role Model

‘Ik zal het nou maar eerlijk zeggen: Pietje Bell was als kind al mijn role model, toen ik als kleintje langs de straten van Crooswijk slierde, fikkies stookte, puttenloop speelde en tentjes bouwde op het Schuttersveld.

In het Rotterdam van de jaren ‘50, is dát wat ik las, Pietje Bell!

Wij wilden in onze buurt allemaal wel Pietje zijn. 

En sommigen van ons waren dat ook.

Voor degenen onder ons die Pietje niet kennen: Pietje Bell was een Rotterdams jongetje bedacht door schrijver/journalist Chris van Abkoude. Een man met een groot hart voor de stad en met een interessante carrière en levensloop. 

Jan Oudenaarden schreef er ooit een mooi boek over.

Van Abkoude was een Rotterdammer, onderwijzer, kinderboekenschrijver, buikspreker, liedjesmaker en journalist, die vlak voor de Eerste Wereldoorlog naar Amerika uitweek.

Daar schreef hij niet alleen de Pietje-boeken, maar ook Kruimeltje. Het eerste Pietje Bell-boek kwam in 1914 uit.

Wat vond ik nou zo mooi aan Pietje? Waarom werd ik als kind zo gegrepen door zijn avonturen? En waarom hou ik nog steeds van Piet?

Omdat het over een Rotterdams kind ging, een kind dat met zijn familie in de Breestraat woonde.

Met een hardwerkende vader, de schoenmaker, die als bijnaam Jan Plezier had, en een lieve moeder, en een grote zus, het dametje Martha.

Pietje haalde enorme streken uit, de hele buurt, nee, de hele stád kende hem, omdat verhalen over zijn grappige avonturen vaak in de krant verschenen. 

Iedereen kende Pietje. 

Van Abkoude wist op de een of andere manier het reilen en zeilen in een gewone Rotterdamse buurt perfect neer te zetten. 

Het deed me zo aan Crooswijk denken, mijn geboorteplek. 

Waar iedereen elkaar kende, voor elkaar zorgde, maar elkaar ook scherp in de gaten hield.

Op de school van Pietje was daar de fantastische onderwijzer die de jongen heel goed gezind was en hem snapte: de lieve oude Meester Ster.

Er waren natuurlijk ook een aantal figuren die de pik op hem hadden.

De gierige, rijke en altijd boze Tante Cato. 

Met haar grote pukkel op haar neus en haar gezicht als een centenbak. 

En niet te vergeten de boze buurman, drogist Geelman en zijn brave sullige zoon Jozef. Die hadden geen goed woord over voor Pietje.

Zijn vader, die meestal onbedaarlijk moest lachen om alles wat Pietje uithaalde, was een vader uit duizenden. 

Zo’n vader die geen oordeel heeft en nooit moralistisch uit de hoek komt.

Dat heb je als een échte Pietje wel nodig. 

En die ben ik op mijn eigen avonturen in de media en entertainment-biz een aantal keren tegen gekomen.

Zo was daar schoenmaker Nico (Haasbroek), schoenmaker Rutger (Wolfson) en schoenmaker Janneke (Staarink).

Zonder hen waren mijn eigen Pietje programma’s nooit gelukt.

Van wie is de stad? 

Ik slier nog steeds langs de straten van Rotterdam. 

Op de Kruiskade en het Oude Westen, de Zwartjan in Noord, de markten op de Grote Vis en Afri.

En steeds vaker vraag ik mezelf af: van wie is de stad eigenlijk? Van wie is Rotterdam? Die veranderende stad van ons. 

Waar afgelopen zondag Woonopstand-demonstranten uit elkaar geslagen werden op de Erasmusbrug. 

En waar op hetzelfde moment op het Eendrachtsplein Squid Game werd gespeeld. Een gruwelijk Koreaans spel waar vooral kinderen aan mee doen. 

Als je beweegt ben je dood!

Dankjewel Netflix, precies wat we nodig hebben in deze barre tijden!

Van wie is de stad?

De stad waar sinds kort vastgoedborrels georganiseerd worden op het terras van het Wester Paviljoen. 

Ooit de plek waar de jonge gretige journalisten van de buren, Radio Rijnmond, samenkwamen om het laatste nieuws te bespreken en nieuwe plannen te smeden.

Ooit was Radio Rijnmond de Pietje Bell van de omroep en regionale media. 

Zo hielden we ooit een Pietje Bell-marathon waarbij alle acht Pietje-boeken achter elkaar voorgelezen werden, o.a. door Frank van Dijl. 

Het werd een hele lange nacht.

Voor datzelfde Radio Rijnmond maakte ik samen met Babs Assink ooit een serie over de Millinxbuurt. 

Een vergeten buurtje op Zuid, waarvan we ontdekten dat de bouwpolitie er kind aan huis was. We maakten een tour met meneer Paardekooper van die politie, ik zal het nooit vergeten. 

Een woning tegenover basisschool de Akker bestond uit voor-, tussen- en achter. 

Alledrie de ruimtes werden apart verhuurd aan wanhopige en arme mensen. 

De huisbaas was een zekere meneer Engel, de vader van die andere Engel, de dansleraar. We hebben toen geschiedenis gemaakt, het stadhuis zat met rode oortjes te luisteren naar onze repo’s. 

Met als gevolg dat de buurt, nadat ook de landelijke media het ontdekt hadden, werd opgeknapt.

Onlangs las ik in de krant dat een groot deel van die Millinxbuurt in handen is gekomen van een Amerikaanse investeerder, Blackstone genaamd.

Dus van wie is de stad? 

Volgens de tekstschrijvers van de stad, de uitvinders van de neoliberale slogan MAKE IT HAPPEN, is de stad ‘veel te echt voor gladde marketing’...

Die zin hebben ze van Jules gepikt. Uit Rotown Magic.

Rotterdam is niet te filmen

Rotterdam is vééls te ècht

Rotterdam, zeggen ze ook, ‘is een stad van dromers en doeners’. Die komt straight from APPLE, mensen! Uit de commercial over ‘the crazy ones’.

Here’s to the crazy ones, the misfits, the rebels, the troublemakers, the round pegs in the square holes… the ones who see things differently — they’re not fond of rules…

Volgens een wethouder Wonen is ‘een inclusieve stad ook voor penthousebewoners’. Tuurlijk joh Bas! Leuk gevonden!

Ondertussen leven heel wat kinderen in onze stad onder de armoedegrens.

Mijn vriend Gerard Roijackers, ooit de baas van de punk- en goth-winkel Black Widow aan de Nieuwe Binnenweg, en tegenwoordig coördinator van de Kledingbank, vertelde me onlangs dat 3500 Rotterdammers gebruikmaken van zijn kledingbank in Delfshaven. Een soort voedselbank maar dan voor broeken en jassen en dikke truien.

Van wie is de stad?

Rotterdam heeft zo’n ingewikkeld imago. 

Aan de ene kant zijn we volgens de marketeers hip, no nonsense en bruisen we van het ondernemerschap. 

Maar als de landelijke media weer eens iets echt Rotterdams willen komt het zogenaamde bami-pan-syndroom om de hoek kijken. Altijd weten ze wel een gast te vinden die een pan bami uit het raam pleurt. 

Lachen man, arme mensen zijn hilarisch.

Van wie is de stad?

Ik heb een boodschap aan de tekstschrijvers van Rotterdam:

Hou op met die natte T en dat te lopen te zeiken.

Hou op met dat neoliberale Make It Happen. 

(Moeten Rotterdammers zich ook ‘invechten’, zoals Rutte ooit beweerde?)

En hou op met die zogenaamde opgestroopte mouwen waar we blijkbaar mee geboren zijn.

Jullie schrijven over gozert en Rotterdammert

over ja toch, niet dan?! en pleur maar in me tassie!

Maar praten jullie ook zo? Of is dit ook weer een gevalletje bami-pan-syndroom?

Gewone mensen uitlachen, lekker makkelijk. Maar kennen jullie ze ook?

Gelukkig worden de mensen steeds slimmer en pikken ze het niet meer. Dat zag je bij de Woonopstand demo en aan de borden die de demonstranten meedroegen. 

Petje af naar de mensen achter Rotterdam, is it happeningen hun toffe taal-acties.

Terug naar Pietje 

Wat een eer is het om in het rijtje van andere Pietje Bell-winnaars te staan!

Henk Hofland, Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek, ja zelfs Pieter van Vollenhoven, iets minder voor een Republikein als ik, maar toch.

En als ik heel eerlijk ben heeft Pietje me nooit verlaten.

Volgens mij verveelde Pietje Bell zich vaak, net als ik. 

Daarom liep hij altijd buiten en haalde hij heerlijk kattenkwaad uit. Dat heb ik wel gemeen met Piet. 

Liever buiten dan op kantoor, liever praatje pot met een vreemde dan aan de vergadertafel, liever door de stad banjeren dan Zoomen.

Of zoals de beroemde filmster en filosoof Jane Fonda het onlangs verwoordde (Jane is inmiddels 83!) : “I’ve finally become what I’ve always been”.

Onlangs vroeg een goede vriend wat ik nou écht wilde van het leven.

Mijn antwoord was als volgt: Ik zou nog wel een winkeltje willen, waarin ik kletspraatjes kan verkopen. 

Én de kinderen van Rotterdam, die mijn hart hebben gestolen, het Pietje Bell-gevoel meegeven. 

De laatste tijd heb ik de meeste energie en vreugde mogen ontvangen door programma’s met kinderen te maken. Ze verhalen laten vertellen, met ze te zingen en ze de Coronaregels in hun thuistaal te laten uitleggen, voor een serie van OPEN Rotterdam: Corona Rules.

Tenslotte richt ik me ook tot jullie, de grote mensen, ook jullie geef ik graag een paar Pietje tips.

Met andere woorden: How to find your inner Pietje:

* Wees niet bang

* Heb maling aan de Geelmannen en Tante Cato’s van deze stad

* Wees nieuwsgierig en praat met iedereen

* Doe iedere dag iets wat je nooit eerder hebt gedaan

* Lach veel en onbedaarlijk

* Ga op zoek naar die ene Schoenmaker die je in alles steunt

* Laat je niet in de maling nemen door onzinverhalen

* Wees lief voor elkaar

* Breek regels want die zijn er om gebroken te worden

* En vergeet nooit: 

het is ook joúw stad, 

jouw haven, 

jouw Doelen, 

jouw Feyenoord, 

jouw filmfestival, 

jouw Afri, 

jouw Rijnmond, 

jouw Kade, 

jouw bieb, 

jouw markt, 

jouw Crooswijk, 

Jouw Rotterdam!’

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant