Robert thuis, in kappersstoel. 'Jullie zijn de eerste krant die foto's in mijn huis maken.'Foto: Parisa Akbarzadehpoladi
Robert thuis, in kappersstoel. 'Jullie zijn de eerste krant die foto's in mijn huis maken.'Foto: Parisa Akbarzadehpoladi
Rotterdammer van de Week

Robert (Bertus) heeft Rotterdam aangetrokken als een warme jas die perfect past

Algemeen 4.576 keer gelezen

Rotterdam - Robert-Jan Rietveld (Bertus van Schorem Barbiers, Robert in het normale leven) groeide op in Groningen en woonde in tientallen steden. Maar er is maar één stad die hij draagt als een warme jas. Onze stad. In sappig Rotterdams (met soms een onbedoelde, vreemde Limburgse klemtoon) lult de voormalig stotteraar de oren van je kop. Robert/Bertus is deze week onze Rotterdammer van de Week.

Door Emile van de Velde

Gefeliciteerd, da’s een mooie eretitel. Rotterdammer van de Week.

“Nou, mijn compagnon Leen belde dat jullie me die titel wilden geven. Ik heb eerst geweigerd. Ik wil eigenlijk alleen Rotterdammer van het decennium worden. Of van het millennium.”

Ja, we hadden eigenlijk Leen op het oog, maar die klinkt wel héél erg Limburgs.

“Hij heet niet eens Leen, maar Lion. Ik stapte ooit bij hem de zaak binnen, de Kinki in Brunssum, toen ik in Limburg bij een meisje woonde. Het was liefde op het eerste gezicht tussen Leen en mij, we stonden meteen in vuur en vlam. Later heb ik ‘m naar Rotterdam gehaald. We verschillen heel erg, maar vullen elkaar perfect aan. Hij is wat zakelijker, ik ben vooral creatief. We hebben flink wat ruzie gehad hoor, zaken doen met vrienden kan ik niemand aanraden. Maar tegen de tijd dat we Schorem bedachten, wisten we precies wat we aan elkaar hadden. Alleen... Robert en Lion... dat klinkt natuurlijk niet goed. Al grappend hebben we toen Bertus en Leen bedacht. Ik had alleen geen idee dat iedereen me ook echt Bertus zou gaan noemen...”

Hoe kwam je zelf in Rotterdam?

“Dit is mijn stad. Dat wist ik meteen. Het allereerste wat een Rotterdammer tegen me zei, was toen ik de tram instapte. Ik had een grote rode hanenkam. De trambestuurder vroeg hoe oud ik was. ‘Euh, zestien’, zei ik. ‘Oh dan zou je mijn zoon kunnen zijn, want ik heb zeventien jaar geleden een kip geneukt.’ Ik wist meteen dat dit mijn stad was. Ik heb Rotterdam aangetrokken als een warme jas die me perfect past.”

Nu is Robert 47 en woont hij in de Provenierswijk in een huis dat hij óók als warme jas heeft ingericht. Met vriendin Iris. Kinderen Jens (10) en Puck (22) heeft hij uit eerdere relaties overgehouden. Schorem Haarsnijder en Barbiers vierde eerder dit jaar de tiende verjaardag. De stoere mannenkappers en hun reuzel zijn wereldberoemd. De ooit zo verlegen Robert stond op de hele planeet op podia over het succes te vertellen. Overal zijn spin-offs opgedoken. 

Nu is er ook een vegan Schorempizza.

“Wat een agressieve reacties heb ik daar op gehad zeg, op die pizza! Ik werd helemaal afgefakkeld op social media. ‘Je pakt mij m’n vlees niet af’, dat soort dingen. Maar ik wil dus laten zien dat je ook heel stoer kan zijn zonder vlees. Ik kan er gewoon niet bij dat er een dier pijn gedaan moet worden vanwege jouw boterham. Een dood dier in je lichaam kán gewoon niet goed zijn voor je. Niet voor je geest, niet voor je lichaam, voor de hele wereld niet.”

Je bent niet alleen gestopt met dierlijke producten, ook met drank en drugs. Je bent nu marathonloper.

“Ik heb de marathon in 2013 al eens gelopen, maar toen nog kotsend. Nu ben ik een echte loper, ik ben zelfs lid van PAC! Ik heb altijd heel hard geleefd, maar bijna drie jaar geleden, op 27 december, ben ik met alles gestopt. Ik raak niks meer aan. Wat anderen doen, maakt me niet uit hoor. Nou ja, behalve die dode dieren dan, dat is een grens over.

Komen die Limburgse klemtonen aan het eind van je zinnen door Leen?

“Irritant hè. Ik neem heel makkelijk andermans manier van praten over. Ik denk dat het te maken heeft met het stotteren. Ik stotterde vroeger zo erg dat ik niks meer durfde te zeggen. Ik ben zó gepest op school, ik ging niet meer. De grootste pester feliciteerde me pas met het succes van Schorem. Ik zei: ‘Weet jij wel wat je me aan hebt gedaan, je hebt mijn leven kapot gemaakt!’ Die jongen had geen idee, was ook maar een kind toen natuurlijk. Maar, man man, wat kan pesten erg zijn. Pas toen ik ging drinken en drugs ging gebruiken, ben ik makkelijker gaan lullen. Nu kan het dus ook zonder. Gelukkig maar. Praten is nu mijn vak. Niet dat knippen is het belangrijkste, maar het ouwehoeren. Ik ben een verhalenverteller.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant