Weer de beste bollen
Algemeen 102 keer gelezenTrots als een pauw nam Arnold Kabbedijk dinsdagochtend voor de bakkerswinkel aan de Nieuwstraat de prijs voor beste oliebollenbakker in ontvangst. De chef broodbakkerij en zijn team maken wederom de beste oliebollen van Nederland. In de AD oliebollentest eindigde Meesterbakker Voskamp op nummer 1.
SPIJKENISSE - De 20 juryleden hadden uitsluitende lovende woorden over de bol uit Spijkenisse. ‘Hier word ik blij van’, en: ‘een knapperige korst met een goede afbeet’, citeerde adjunct-hoofdredacteur Jan ‘t Hart van de krant uit het juryrapport. Vorig jaar en in 2010 bakte ook al de beste oliebollen.
“Elk jaar worden de bakkers steeds nerveuzer”, vertelde ‘t Hart. Voordat de test tot stand komt is er al heel wat gebeurd. Zo zijn er 11.000 kilometers gemaakt, zijn er 3.000 bollen gekocht van in totaal 300 kilo. Al deze bollen worden blind getest door een panel van twintig mensen.
Overdonderd
Wethouder Kees Dijkman stond ‘ongelofelijk trots’ te zijn. “Aan de top komen is één, maar daar blijven is nog veel moeilijker”, zei hij. Chef Arnold was overdonderd door alle aandacht. “Trots en blij zijn nog zacht uitgedrukt”, vertelde hij na afloop. “Dat de aandacht zo gigantisch was had ik niet verwacht.” Elk jaar lijkt er meer aandacht te komen voor de test van de krant. Het recept voor de perfecte oliebol is moeilijk te geven. De hoeveelheid bloem en rozijnen wordt elk jaar iets aangepast. “Elk jaar is de oogst weer anders”, vertelt Arnold en dus ook de smaak. ‘Met hele kleine dingen’ kan het verschil gemaakt worden. Tot eind deze week worden het lange dagen voor hem en vele collega’s die in de winkels staan.
500.000
Wie denkt te laat te zijn voor de beste bol van Nederland hoeft niet bang te zijn. Meesterbakker Voskamp belooft pas te stoppen met bakken als de laatste klant de deur uit is.
De verwachting is dat er de komende dagen ruim 500.000 oliebollen over de toonbank gaan. Op nummer drie in de AD oliebollentest staat bakkerij Klootwijk, die ook een vestiging heeft in Spijkenisse. (Door Ingmar van den Berg)
