Betaald parkeren Kleiwegkwartier: ‘Melkkoe’ of uitweg?

Rotterdam - Onder bewoners van het Kleiwegkwartier in Hillegersberg-Zuid is onrust ontstaan over een brief van de gemeente waarin invoering van betaald parkeren wordt genoemd.

Door Gerrit van Loon
 

Het Kleiwegkwartier gaat al jaren gebukt onder parkeerdruk. Bewoners moeten na werktijd rondjes rijden om hun auto kwijt te kunnen in de wijk. Automobilisten die winkels op de Kleiweg bezoeken, zetten hun auto gratis weg in de omliggende straten. Ook busjes en auto’s die niet de milieuzone in mogen worden aan de rand neergezet.

De gemeente onderzocht de parkeersituatie en voerde een parkeertelling uit. De parkeerdruk blijkt, zoals de verwachting was, erg hoog. “Het instrument betaald parkeren is in Rotterdam de afgelopen jaren ontwikkeld tot een middel waarbij een optimale verdeling van parkeerplaatsen mogelijk is”, staat in de brief naar bewoners. Om draagvlak te creëren geeft de gemeente bewoners tot 15 september een vragenlijst invullen.

De brief van de gemeente en alle reacties erop, zijn het gesprek van de week in het rustige woonbuurtje. Van Kees Bruin mogen ze betaald parkeren invoeren. “Maar alleen als ze garanderen dat ik dan ook mijn auto in een straal van 100 meter rond mijn huis kan parkeren. Laat de gemeente maar voor meer parkeerruimte zorgen. Er is bij het Rozenlaanviaduct ruimte genoeg om een parkeergarage te bouwen.”

Conny Torenvlied denkt dat de gemeente dit als melkkoe gebruikt. “In gebieden waar betaald parkeren al is ingevoerd is nog steeds parkeerdrukte. Als je voorstemt bedenk dan wel dat je zelf ook moet gaan betalen voor je parkeerplaats”, waarschuwt ze medebewoners.

“Het is heel erg afhankelijk van waar je precies woont in het Kleiwegkwartier”, denkt Amber Klappe. “Ik woon in de Begoniastraat en het komt regelmatig voor dat er twee auto’s de straat inrijden, waarvan er dan één geparkeerd worden en waarvan de bestuurder vervolgens in de andere auto stapt en weg rijdt. Ook ben ik ‘s avonds soms wel eens 15 minuten rondjes aan het rijden voor ik een plek vind. Ook vaak auto’s voor onze deur op de stoep. Ik betaal dus graag.”