Value Products door ieke Trinks op de markt Ledeberg in Gent, juli 2015
Value Products door ieke Trinks op de markt Ledeberg in Gent, juli 2015 Foto: Johan Geirnaert

Het Whose Museum komt naar Rotterdam en iedereen mag iets doneren!

Algemeen 122 keer gelezen

Rotterdam - Dit is een ingezonden bericht. Wil je ook iets insturen? Dat kan via www.dehavenloods.nl!

‘In de afgelopen jaren zijn er steeds meer kunstinitiatieven in Oud-Charlois gekomen. De Wolfart Projectspace is één van die plekken die al jaren actief is met o.a. exposities, filmvertoningen, livemuziek en andersoortige evenementjes. Op 5 juli stalt het Whose Museum haar collectie hier uit. Het Whose Museum begon in 2008, toen een reizende groep muzikanten in Canada tijdens hun tournee objecten en tekeningen begonnen te verzamelen. Het idee is simpel: iedereen mag iets aan de collectie doneren. De items in de collectie variëren van banaal tot bizar, inclusief tekeningen, afgedankte objecten, prothetische lichaamsdelen, liedjes en vergankelijke dingen. Je krijgt een bewijs van donatie wanneer je iets meebrengt dat volgens jou in de collectie moet worden opgenomen.

Er zijn veel interessante objecten in de collectie, zegt Laura Hatfield uit Malmö te Zweden en mede-initiator van het museum. Veel stukken van de collectie worden op verschillende plaatsen in de wereld bewaard. In een bar in Ontario te Canada is er bijvoorbeeld een gootsteen die werd geschonken tijdens een concert, vertelt Hatfield. Natuurlijk zit de gootsteen vast in de bar, dus we hebben alleen een foto en een donatieformulier. Maar op een dag zou ik graag terug willen gaan om te zien hoe het met de gootsteen gaat.

Het runnen van een museum en het beheren van de collectie gaat niet zonder slag of stoot. In 2013 was er een belangrijke donatie van bijna 100 keramische vogels door een stichting uit Wenen. De vogels werden via Malmö naar Berlijn gestuurd waar ze bij de toenmalige museumdirecteur werden opgeslagen. Afgelopen jaar kwam het bericht dat er 67 vogels en een zak aardappelen uit een kelder in Berlijn waren gestolen. Inmiddels is er een zoekpostercampagne in Berlijn gestart; niet om de vogels terug te vragen, maar om te achterhalen hoe het met ze gaat.’

De activiteiten van het museum brengen ook bijzondere, langdurige contacten met zich mee. In 2010, net voordat het museum van Canada naar Zweden verhuisde, kwam het museumbestuur tijdens een van hun evenementen in Vancouver samen om te beslissen over de verhuizing van de collectie. Sommige voorwerpen, zoals de cactusplant - geschonken door kunstenaar Aisha Davidson, die het als model voor een van haar schilderijen had gebruikt – kon de reis naar Europa met de rest van de collectie niet maken. Gelukkig was er een Amerikaanse toerist genaamd Ken Bell en zijn vriend David Boyce, die ook aan het evenement in Vancouver deelnamen. Zij stemden in de cactus enkele jaren in bruikleen te nemen. Ze moesten de cactus over de grens van Canada en de VS smokkelen, omdat het niet is toegestaan planten over de grens mee te nemen. Eenmaal terug in Mukilteo in Washington, kreeg de cactus bij Ken Bell en zijn familie een goed thuis met veel zorg en aandacht. Ze hebben de cactus zelfs een naam gegeven, Lil’Bill. Sindsdien krijgt Hatfield met regelmaat e-mails en foto-updates van Ken. De oorspronkelijke uitleentermijn van twee jaar is inmiddels verlengd met acht jaar.

Tijdens de middag organiseert het museum stilleven tekensessies met de collectie waar je zelf je gedoneerde object aan de compositie kan toevoegen en je voorzien wordt van de nodige tekenwaar. De tekening mag je houden of ook aan het museum doneren.

Bij een museum hoort ook een gift shop en dat is hier ook het geval. De Value Products Shop van ieke Trinks is een opmerkelijk geval. Buiten op de stoep voor de Wolfart Projectspace zal een bord worden neergezet met ‘Value Products for Sale!’ Kleurrijke lonkende producten zullen worden opgehangen in de etalage om de voorbijgangers op de straat naar binnen te lokken. Trinks begon in 2015 in verschillende landen voorwerpen van de straat te plukken, en zo ook in Charlois. “Internationale en lokale producten,” roept Trinks naar potentiële shoppers. Alle producten zijn uniek en de prijzen variëren van betaalbaar tot onbetaalbaar. Elk product is bijzonder, zegt Trinks. Neem bijvoorbeeld het product Plastic Scherf. Het had die naam nog niet toen Trinks het op 5 mei in 2015 in de Wolphaertstraat opraapte. Het is een bubblegum rozekleurige afgebroken rand van een plasticbord. Ze nam het mee naar de Afrikaandermarkt waar ze verschillende gevonden voorwerpen aan willekeurige marktbezoekers toonde om het door hen te laten benoemen en te waarderen. Daar kwam ze ook Lidwien Kraakman tegen die na een korte overpeinzing het roze stuk de betreffende naam gaf en het voorwerp met een bedrag van €333.333,33 taxeerde. Eén derde miljoen, zegt Kraakman, is wat het misschien wel kost als je een deel van al het plastic in de oceaan wilt opruimen. Op het label van de verpakking staat een foto van het voorwerp liggend op de straat, de naam, prijs, locatie, datum en tijd van de vondst staan ernaast. Plastic Scherf is nog steeds verkrijgbaar. Volgens Trinks is de prijs zelfs in waarde gestegen, omdat door het vele transport naar de markten toe het product inmiddels uit meerdere kleine scherven bestaat. Een ander product waarover Trinks vol trots vertelt is Popcorn voor $1.-. Die was binnen één dag verkocht zegt ze. Ze vond het mini brokje piepschuim op Spectacle Island bij Boston in de Verenigde Staten. Het eiland was ooit een dumpplek en is vandaag de dag voor de Bostonian een recreatieplek geworden. Terug op vasteland in Boston ontmoete Trinks het Amerikaanse stel KIP & Smith die net op een bankje zaten te pauzeren. Ze gaven het product de naam en kwamen met de adviesprijs.

Het is eigenlijk een geluk, zegt Trinks, dat de producten en de shop er nog zijn. Ook haar shop heeft net als het Whose Museum te maken gehad met ontvreemding. De eerste keer dat ze met de producten op de markt in Neuss, een stadje in Duitsland, zich wilde gaan installeren, werd namelijk haar koffer met alle producten gestolen. Later op dezelfde dag in de middag werd de koffer teruggevonden in de kerk op de marktplein. Het was duidelijk dat de dief niet door had met welke waardevolle producten deze aan de haal was gegaan. Alleen de fotocamera was weg. Komende 5 juli zullen er dus een hoop prachtige producten in het assortiment te koop zijn: o.a. de door Fluxus kunstenaar Bob Lens benoemde en getaxeerde Jungle Tuff uit eigen wijk, voor een keuze prijs tussen €350,- en €250,-, de Broekenknijper uit Gent voor de zachte prijs van €2,-, Afvalproduct – ook uit Gent – voor €0,01, of Asseché, benoemd door een Fransman in Frankrijk en gevonden in de noordelijke stad Reykjavik voor maar €4,50. Trinks zegt erbij dat de meeste producten in Euro’s en Dollars worden afgerekend, allemaal in cash, enkele uitzonderingen daargelaten.

Het Whose Museum toont naast haar eigen collectie ook de tabletten uit Iris van Wijk’s Indrukken Project. Dit is een rijke verzameling van kleine tabletjes gemaakt van gedroogd klei. Elk tablet heeft een indruk van een mini privé object die van Wijk bij vreemden thuis vindt. Van Wijk is naast haar kunstenaarschap ook schoonmaakster en raakte gefascineerd door de kleine objecten die ze tijdens het schoonmaken tegenkomt. Ze zou al die dingen wel mee willen nemen. Daarom maakt zij indrukken van deze persoonlijke voorwerpen in een stukje klei die zij in een snoepblikje bij elke schoonmaaksessie meebrengt. Met deze handeling overschrijdt Van Wijk de privésfeer, maar maakt tegelijkertijd niets bekend van het adres waar de afdruk is gemaakt. Ze breekt de regels als schoonmaakster, maar niet op een provocerende manier. Ik ben schoonmaakster, zegt van Wijk, een baantje dat uit saai en monotoon onderhoud bestaat. Tijdens mijn werk wordt me gevraagd alle sporen uit te wissen. Alsof de ruimte geen verleden meer heeft, of in ieder geval een soort verval niet meer aanwezig is. Volgens van Wijk is schoonmaken een anonieme handeling. Je ziet nooit dat iets schoongemaakt is, alleen maar dat iets schoongemaakt moet worden. Daar staat tegenover dat van Wijk met dit bijbaantje toegang krijg tot een van de meest persoonlijke sferen van een persoon. Ik krijg waarschijnlijk meer mee dan de meeste gasten die een thuis van een ander bezoeken, zegt van Wijk. De tabletten doen denken aan archeologische vondsten, ze bevatten informatie over alledaagse voorwerpen die bij ons allen bekend zijn, maar als afdruk onherkenbaar worden. Anders dan doorgaans in een archeologisch museum liggen deze voorwerpen niet achter slot en grendel in een glazen vitrinekast, maar mag je deze tabletten vasthouden en voelen.

Whose Museum, Value Products en het Indrukken Project worden in de Wolfart Projectspace samengebracht vanwege hun gedeelde fascinatie en overeenkomsten. Alle drie zijn ontstaan vanuit een alledaagse activiteit en werken met alledaagse objecten. Whose Museum ontstond vanuit het touren met een band, het Indrukken Project is voortgekomen uit Van Wijk haar bijbaan, en dit geldt ook voor Trinks die haar inspiratie voor Value Products putte uit haar bijbaan als verkoopster. Bij alle drie projecten zijn de meest banale dingen verheven tot iets kostbaars door het te plaatsen in de context van een museum, het als een volwaardig product op de markt te brengen, of als een relikwie in de vorm van een afdruk. Elk op hun eigen manier nodigen deze drie projecten het publiek uit tot interactie en uitwisseling. Ongeacht de intentie van de initiator brengt elk project ook zijn eigen vraagstukken met zich mee. Whose Museum laat je denken over de functie van onze musea, Value Products stelt onze consumptiegedrag ter sprake, en het Indrukken Project brengt één van de belangrijkste en vaak ondergewaardeerde beroepen onder de aandacht, namelijk die van de schoonmaker.

Iedereen is deze middag tussen 14:00 en 19:00 uur welkom om binnen te lopen op het adres Wolphaertstraat 25. Er is ook een museumgids aanwezig voor rondleidingen, er is live muziek en er zijn drankjes.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant