Niels de Zwarte is adjunct-directeur van Bureau Stadsnatuur Rotterdam (bSR). 's Nachts kun je Niels tegenkomen met zijn 'batdetector'.
Niels de Zwarte is adjunct-directeur van Bureau Stadsnatuur Rotterdam (bSR). 's Nachts kun je Niels tegenkomen met zijn 'batdetector'.

Zijn er nog donkere plekken te vinden in Rotterdam?

Algemeen 387 keer gelezen

Rotterdam - In de grote stad van tegenwoordig, is het nooit meer écht donker, hoor je mensen weleens zeggen. Altijd branden er lichtjes. Maar zonder donker bestaat er toch geen licht? En wat vinden de Rotterdamse vleermuizen er eigenlijk van als het nergens meer donker is?

Door Mark Ritsema

Zijn er nog donkere plekken te vinden in Rotterdam waar 24/7 leven is en overal licht schijnt? Wat betekent dit voor de zichtbare en onzichtbare stadsnatuur, zoals de nachtdieren? We vroegen het aan Niels de Zwarte die als ecoloog verbonden is aan het Bureau Stadsnatuur Rotterdam.

Niels de Zwarte is adjunct-directeur van Bureau Stadsnatuur Rotterdam (bSR) dat gevestigd is in het Natuurhistorisch Museum. Het werd in 1997 opgericht om de kennis over de natuur in Rotterdam te vergroten en toegankelijk te maken voor gemeente en stadsbewoners.

Als onafhankelijke organisatie opereert bSR ondertussen in het hele land. Met zeven collega’s doet Niels onderzoek naar beschermde soorten, inventarisaties om de biodiversiteit van gebieden te bepalen, en verzorgen zij ecologische begeleiding bij bouw- en sloopprojecten.

‘s Nachts kun je Niels tegenkomen op vreemde plekken, uitgerust met zijn ‘batdetector’. De vleermuis is zijn specialisatie en dit typische nachtdier ligt hem na aan het hart: “Het is een trend dat ieder gebouw, ieder kerkje tegenwoordig ‘s nachts word uitgelicht. Dat is een mooi gezicht maar je moet ook geen kermis van je stad maken. In kerktorens zitten nachtdieren als uilen en vleermuizen. Wij adviseren om een klein zwart blokje in een lichtstraal te plaatsen, precies groot genoeg voor de vliegroute van de vleermuis.”

“In het Kralingse Bos staan bepaalde oude beuken en alleen hierin leeft de grootoor vleermuis. Dat is uniek en dus moeten die bomen niet verlicht worden. Wij vinden sowieso dat stadsbossen en -parken beperkt verlicht moeten blijven. Het zou veiliger zou zijn, maar is dat ook zo? Als ik ‘s nachts op pad ben met mijn batdetector dan zijn de meest onveilige plekken de verlichte parkeerterreinen, met dealers en andere ongure types.”

“Voedsel, veiligheid en goede voortplantingsomstandigheden brengen dieren naar de stad. Er zijn bepaalde vogels aan het verdwijnen omdat gebouwen steeds beter hermetisch worden geïsoleerd en geen kieren meer hebben om nesten in te bouwen.”
Stad en natuur hebben elkaar nodig en vormen een balans. Daar heeft Niels mooie voorbeelden van: “Sommige vleermuizen eten wel zo’n duizend muggen tijdens een nachtelijke jacht. Pasgebouwde wijken hebben vaak last van spinnenplagen omdat de vogels zich daar nog niet genesteld hebben. Die moeten daar ook hun plek vinden.”
Maar is het ook niet veel prettiger om te leven met de vele kleurige vlindersoorten die zich helemaal thuisvoelen in de stadse bloemencultuur. “Iedere stad heeft een prachtige biodiversiteit die je niet mag uitsluiten of verwaarlozen.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant